Een van mijn meest favoriete sieraden is zonder twijfel mijn naamketting .
Een prachtige zilveren ketting met mijn naam in krullende letters. Ik heb hem al zeker sinds mijn veertiende, toen ik hem kreeg voor mijn verjaardag. Ik vond het superstoer, zeker om een sieraad te hebben dat niet verkleurd onder de douche of op mijn nek. Dat had ik in de jaren ervoor nog nooit gehad! Na mij wilden al mijn vriendinnen er ook een. Hij zat ook prachtig verpakt in een klein doosje met een stoffen binnenkant, heel officieel en duur zag het eruit. Ik mocht hem zelf uit het doosje pakken en omdoen. Ik denk met liefde aan die dag terug.
Noodlot.
Maar toen sloeg jaren later het noodlot toe. Na een dag buiten gymmen voelde ik als vanzelfsprekend even aan mijn hals, iets wat ik altijd deed als ik in gedachten verzonken was. Ineens schrok ik. Hij hing niet meer om mijn hals, mijn prachtige zilveren naamketting! Meteen wist ik dat hij tijdens een wilde oefening van gym moet zijn los geschoten. Had ik die koprollen door het gras maar niet gemaakt! Ik liep meteen terug naar het sportveld, maar helaas; een kettinkje in een dichtbegroeid veld is moeilijk te vinden. Ik moest terug naar de les, maar mijn vriendinnen zagen hoe overstuur ik was, en beloofden mij te helpen na school. Maar zelfs in de uren erna, arm in arm door het veld, vonden we mijn prachtige kettinkje niet terug. Ik was ontroostbaar. Maar het leven ging door!
Years later…
Ik vroeg in de jaren erop niet om nog een naamkettinkje. Ik vond mijn eerste zo bijzonder, en wilde absoluut niet nóg een kwijtraken. De jaren verstreken en ik werd ouder. Ik kreeg een scooter, reed er vierhonderd deuken in, en verkocht hem jaren later weer voor een auto. Een derdehands Peugeot, een topper. En op een gegeven moment was het ook tijd om op mijzelf te gaan wonen. Ik moest twintig jaar aan meuk doorzoeken, weggooien of meenemen. Ik was er weken mee bezig. Achterin de kast vond ik een oude stinkende canvastas. Mijn gymtas! Ooit achterin gegooid en nooit meer naar om gekeken toen ik gym kon laten vallen. Erin zat zelfs nog mijn witte ‘Let’s do it!’ gym shirt. Ik rook eraan, getver, jaren niet gewassen! Ik wilde hem weggooien, toen ik iets hards voelde in het shirt. Ineens sprong mijn hart op. Het zou toch niet…?
Ik keerde het shirt binnenstebuiten, en daar aan het kaartje hing mijn zilveren kettinkje, die was blijven hangen aan een losse naad. Prachtig glanzend zilver. Ik schreeuwde van geluk.
Hij hangt weer om mijn nek, en gaat nooit meer af.